Overlijdensrisicoverzekering

Wat is een overlijdensrisicoverzekering? Een overlijdensrisicoverzekering is een levensverzekering. Je kunt deze los afsluiten, maar ook in combinatie met bijvoorbeeld een hypotheek. Wanneer je dus komt te overlijden binnen de looptijd van de verzekering zal de verzekeraar het bedrag uitkeren aan je nabestaanden dat je op jouw leven verzekerd had. Een overlijdensrisicoverzekering kun je bij de meeste verzekeraars op 2 levens afsluiten. Bijvoorbeeld op het leven van je partner en dat van jou. Degene die dan achterblijft is dan vaak degene die de uitkering ontvangt. Je kunt het echter ook zo regelen dat je kinderen de uitkering ontvangen.

Waarom heb ik deze verzekering nodig?
Zoals gezegd wordt er bij een hypotheek vaak ook een overlijdensrisicoverzekering afgesloten. Als je voor het einde van de verzekering komt te overlijden wordt (een deel van) de hypotheekschuld afgelost door de verzekering. Bij een Spaarhypotheek heb je meestal niet de keuze bij wie je een overlijdensrisicoverzekering afsluit. Dit doet de bank namelijk voor je. Wel is het meestal verplicht om zo’n verzekering af te sluiten bij een Spaarhypotheek. Bij een bankspaarhypotheek is het vaak niet verplicht. En wil je het toch, dan mag je zelf je aanbieder kiezen. Bij de meeste hoge geldleningen ben je ook verplicht om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Echter ben je vrij in je keuze waar je deze afsluit en mag je niet worden verplicht om deze bij de geldaanbieder af te sluiten. Het is ook nog een optie om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten als je de kostwinner van het gezin bent. Als via je werk geen nabestaandenpensioen op risicobasis is verzekerd is het misschien geen slecht idee. Zo verzeker je de toekomst van je nabestaanden in het geval dat je mocht komen te overlijden.

Soorten overlijdensrisicoverzekeringen

Er zijn verschillende soorten overlijdensrisicoverzekeringen. Ik zet ze hieronder voor je op een rij.

  1. Overlijdensrisicoverzekering met gelijkblijvend kapitaal: Dit is de meest afgesloten vorm. De uitkering is hierbij altijd hetzelfde als het verzekerde bedrag. Bijna alle verzekeraars bieden deze aan. Hij is bijvoorbeeld zeer geschikt in combinatie met een aflossingsvrije hypotheek, waarbij de risico’s voor een lange tijd op hetzelfde niveau blijven.
  2. Overlijdensrisicoverzekering met annuïtair dalend kapitaal: Hierbij is de uitkering ongeveer gelijk aan het verschil tussen het in de tussentijd opgebouwde vermogen en de (hypotheek)schuld. Dit wil zeggen dat het bedrag dat je nodig hebt voor aflossing steeds lager wordt, omdat je vermogen stijgt naarmate je je hypotheek aflost. Deze verzekering is geschikt voor een hypotheekaflossing of bijvoorbeeld voor het regelen van een nabestaandenvoorziening.
  3. Overlijdensrisicoverzekering met lineair dalend kapitaal: Bij deze verzekering neemt het verzekerde bedrag jaarlijks met hetzelfde bedrag af. Wanneer er bijvoorbeeld na het overlijden van de kostwinner een inkomstenterugval plaatsvindt kan deze verzekering de aflopende risico’s afdekken.
  4. Overlijdensrisicoverzekering op vaste termijn: Wanneer je dit type verzekering hebt afgesloten en je mocht komen te overlijden, dan zal de uitkering van het verzekerde bedrag niet gelijk plaatsvinden. Dit zal gebeuren op een vastgestelde datum. Dit dient om de nabestaande op een vooraf vastgesteld moment van kapitaal te voorzien, bijvoorbeeld voor aflossing van de hypotheek.
  5. Overlijdensrisicoverzekering op Universal Life basis: Dit is een verzekering waarbij je netto af te dekken schuld maandelijks opnieuw wordt berekend met de daarbij horende premie. Het is een erg flexibele vorm van verzekeren. Echter is deze vorm bijna nergens los af te sluiten en wordt zij vaak in combinatie met een beleggingsverzekering of -hypotheek afgesloten.
  6. Eenjarige overlijdensrisicoverzekering: Dit is ook een zeer flexibele vorm van verzekeren. Deze vorm kun je elk jaar aanpassen aan eventueel gewijzigde omstandigheden. Daarbij stijgt de premie ook elk jaar.

Belastingregels bij uitkering en overlijden

Je vraagt je waarschijnlijk af hoe het zit met de belasting die je moet betalen over de uitkering van een overlijdensrisicoverzekering. Voor de inkomstenbelasting heeft een tijdelijke overlijdensrisicoverzekering amper waarde. Deze valt formeel in box 3. Over de uitkering van de overlijdensrisicoverzekering hoef je geen belasting te betalen. Wel moet je erfbelasting afdragen bij overlijden. Bij huwelijk of geregistreerd partnerschap hoef je je niet zo heel druk te maken om de successierechten. Successierecht is de belasting die je over een erfenis moet betalen. Er geldt namelijk een zeer hoge vrijstelling van rond de €600.000,-. Overigens is de vrijstelling voor kinderen en kleinkinderen een heel stuk lager. Als je samenwonend bent of op huwelijkse voorwaarden getrouwd heb je de mogelijkheid om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten op elkaars leven. Dit houdt in dat wanneer jij de verzekerde bent en je partner is de begunstigde, dat je je partner de premies dan laat betalen. Dit wordt kruislings opmaken genoemd. Je moet dit wel in de polis laten vastleggen. Hierdoor hoeft dan de begunstigde geen belasting te betalen over de uitkering van de overlijdensrisicoverzekering. Dit geldt uiteraard ook als jij de begunstigde bent. Overigens maakt het niet uit als je dit gewoon vanaf een gezamenlijke rekening betaalt. Er is ook nog de zogenaamde voogdijverzekering. Dit is een verzekering voor ouders met jonge kinderen. Je kunt deze vorm van de overlijdensrisicoverzekering afsluiten om de periode veilig te stellen totdat je kinderen 18 jaar zijn. De polissen zijn belastingtechnisch zeer gunstig, omdat ze al kruislings zijn opgemaakt. Hierdoor hoeven bij het overlijden van een verzekerde ouder geen successierechten te worden betaald. Tip: overweeg ook het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Vormen van premie betalen

Voor het betalen van de premie voor een overlijdensrisicoverzekering bestaan verschillende mogelijkheden. Je kunt een gelijkblijvende premie betalen of een stijgende premie. Ook zou je ervoor kunnen kiezen om in één keer een bedrag te betalen.

  • Gelijkblijvende premie: Je betaalt de hele looptijd een gelijkblijvende premie als je kiest voor een losse verzekering. Kies je echter voor een annuïtair dalende verzekering, zoals besproken bij de soorten overlijdensrisicoverzekeringen, dan betaal je in het begin van de verzekering te veel en op het einde te weinig waardoor je de laatste jaren misschien zelfs helemaal geen premie meer betaalt. Dit is niet altijd gunstig, want meestal krijg je niet veel terug van je inleg als je tussentijds met je verzekering stopt. Dit zou betekenen dat je je te veel betaalde premie niet meer terug ziet.
  • Stijgende premie: Dit geldt voor een Universal Life verzekering. Je betaalt hier dus een premie die maandelijks aangepast wordt aan het af te dekken risico. Overigens kun je deze verzekering bijna niet los afsluiten, zoals je al eerder hebt kunnen lezen. Omdat de verzekering vaak in combinatie met een beleggingsverzekering of -hypotheek wordt afgesloten betaal je ook (een vaste) premie voor opbouw van het kapitaal. In het begin van de looptijd gaat er slechts een klein deel naar de overlijdensrisicoverzekering, terwijl er aan het einde een groot deel naartoe gaat. Hierdoor bouw je snel kapitaal op en als je de verzekering tussentijds afkoopt krijg je meer uitgekeerd dan bij een traditionele verzekering.
  • Eenmalige betaling: Hier doe je in één keer een betaling. Dit is echter niet aan te raden omdat je in de meeste gevallen bij een eventuele tussentijdse opzegging niet veel terug krijgt. Het is meestal niet mogelijk om geen premie meer te betalen voor je overlijdensrisico terwijl de verzekering blijft doorlopen. Dit wordt premievrij maken genoemd. Het kan vaak wel als je het arbeidsongeschiktheidsrisico hebt meeverzekerd en je raakt arbeidsongeschikt.

Voorwaarden & looptijd tot verzekeringspolis

Er worden bepaalde voorwaarden gesteld aan een overlijdensrisicoverzekering. Zo is er een maximale leeftijd om te beginnen met de verzekering en een maximale leeftijd waarop de verzekering moet zijn geëindigd. De leeftijden variëren nogal per verzekeraar, maar de maximale leeftijd waarop je nog een overlijdensrisicoverzekering mag afsluiten ligt tussen de 50 en 74 jaar. De maximale eindleeftijd ligt tussen de 65 en 80 jaar. De looptijd van de verzekering verschilt ook ontzettend per verzekeraar en ligt tussen de 30 en 80 jaar. Natuurlijk is 80 jaar niet erg gebruikelijk om te doen. Tussen de 25 en 30 jaar komt het meest voor. Er worden ook bepaalde voorwaarden gesteld aan het uitkeren van het verzekerde bedrag. In sommige situaties keren verzekeraars namelijk niet uit of slechts gedeeltelijk. Dit kan voorkomen wanneer er opzet in het spel is bij het overlijden van de verzekerde door de verzekerde zelf of iemand die daar baat bij heeft. Ook bij zelfmoord van de verzekerde binnen 2 jaar na een verhoging van de verzekering of binnen 2 jaar na het afsluiten ervan. Als je bent betrokken bij oorlogshandelingen gelden ook aangepaste voorwaarden. Het hangt er dan onder andere vanaf of je dit doet in dienst van een buitenlandse of een Nederlandse gewapende macht. Nog een voorwaarde die is verbonden aan de overlijdensrisicoverzekering is het zogenaamde verjaringstermijn. Dit is de termijn waarbinnen je de uitkering van de overleden verzekerde moet opeisen. Meestal is deze termijn 5 jaar.